"DOCTYPE html PUBLIC "-//W3C//DTD XHTML 1.0 Transitional//EN" "http://www.w3.org/TR/xhtml1/DTD/xhtml1-transitional.dtd"> Onderzoeksgroep Milieu- en Ruimtebeheer Onderzoeksgroep Milieu- en Ruimtebeheer
Onderzoeksgroep Milieu- en RuimtebeheerOnderzoeksgroep  MILIEU-  EN  RUIMTEBEHEER

Bereikbaarheidsprofiel Wetenschapspark Greenbridge

Het Plassendale bèta-project werd eveneens ingediend in het kader van het regionaal Programma Innovatieve Acties in Vlaanderen 'Duurzaam beheer & duurzame inrichting van bedrijventerreinen' met EFRO- en Vlaamse steun. Dit project beoogt het wetenschapspark Greenbridge in Oostende uit te bouwen tot duurzaam wetenschapspark. Via de concrete realisatie van een juridische beheersstructuur en de vertaling naar een bindende strategische terreininvulling wil de UGent een voortrekkersrol spelen op vlak van park management en duurzame inrichting van wetenschapsparken. Specifiek voor Greenbridge is dat het gaat om de implementatie van duurzame principes op een nieuw bedrijventerrein, dit in tegenstelling tot het ARbèta-project, implementatie op een bestaand bedrijventerrein. Dit maakt de vergelijking tussen de realisaties op beide terreinen interessant.

Voor het wetenschapspark Greenbridge wordt een projecttrilogie vooropgesteld. De consecutieve oprichting van een beheersstructuur voor het wetenschapspark waarbij duidelijkheid en zekerheid wordt geboden omtrent de aansprakelijkheid, taken en verantwoordelijkheden van de deelnemende partners (fase A: beheersstructuur). Vervolgens de uitwerking van een ruimtelijk inrichtingsplan (Fase B: Inrichtingsplan) voor het bedrijventerrein en ten derde de structurele groenaanleg (Fase C: Groenaanleg) als attractieve meerwaarde voor geïnteresseerde ondernemingen én als visualisering van het parkkarakter, bieden een gefaseerde en concrete aanpak van het duurzaam parkbeheer dat wordt beoogd. Deze drie fasen zijn sequentieel en toch onlosmakelijk met elkaar verbonden om stapsgewijs de duurzaamheidsdoelstelling te bereiken .

Fase A: Beheersstructuur

Ten grondslag van de duurzame ontwikkeling van bedrijventerreinen ligt de creatie van win-win situaties voor de betrokken bedrijven. Deze economische stimulans is onmisbaar om de interesse van bedrijven te wekken en de slaagkans van samenwerkingsprojecten te waarborgen. Het duurzaam uitbouwen van bedrijventerreinen is slechts realiseerbaar mits een geformaliseerd engagement tussen bedrijven. Enkel aldus kunnen de grenzen van bedrijfsinterne milieuzorg overschreden worden. Om de samenwerking tussen bedrijven gestalte te geven, is er nood aan een concrete invulling van een beheersorganisatie, in overleg met de betrokken bedrijven. Een organisatievorm die zich hiervoor aandient, is het zogenaamde park management. Het wetenschapspark Greenbridge vormt een proefproject op een nieuw bedrijventerrein, daar waar het analoog project ARbèta een proefproject vormt op een bestaand bedrijventerrein. Het Interregdraaiboek zal worden gehanteerd voor de oprichting van de meest aangewezen samenwerkingsvorm op het wetenschapspark Greenbridge.

Het beheer van het park bestaat uit twee delen, namelijk het operationeel parkmanagement enerzijds (organisatie en beheer van samenwerkingsverband tussen gevestigde bedrijven m.b.t. ventilatie van verantwoordelijkheden en kosten m.b.t. ruimtelijke inrichting, milieuaspecten, mobiliteit, beveiliging, ...) en het commercieel management anderzijds (het aantrekken van bedrijven, profilering, netwerking met grote multinationals. Als erfpachter kan de UGent de samenwerking tussen bedrijven die zich op het wetenschapspark vestigen aanmoedigen, bijvoorbeeld door dit als verplichting op te leggen in het parkreglement. Deze juridische context (dit reglement vormt het kader van het operationeel parkmanagement) is te beschouwen als beginpunt van de samenwerking, maar fungeert terzelfdertijd als motor voor de duurzame ontwikkeling en inrichting van het wetenschapspark. Deze visie is dan weer gestoeld op een langetermijnaanpak die slechts optimaal rendeert indien een juridisch houvast werd geboden.

Fase B: Inrichtingsplan

Het PLbèta-projectvoorstel is dusdanig opgebouwd dat de oprichting van de juridische beheersstructuur als hefboom fungeert voor de daarop volgende projectfasen. De oprichting van de Greenbridge incubator als doorgangsgebouw voor startende ondernemers is voorzien op de eerste 5 ha. In dit zuidelijke parkgedeelte zijn de wegeniswerken reeds voltooid en bestaat een embryonaal plan van terreininvulling. Min of meer gelijklopend aan fase A wordt de terreinaanpak uitgewerkt en geformaliseerd in een inrichtingsplan dat concrete invulling geeft aan de ruimtelijke visie en strategische missie van het wetenschapspark. Duurzaamheid en langetermijnplanning worden hierbij als sleutelwoorden gehanteerd. Bijzondere aandacht wordt besteed aan het aspect mobiliteit in relatie tot de ruimtelijke ordening van het park en haar faciliteiten en de industriezone als geheel. De ruimtelijke visie op het wetenschapspark wordt uitgewerkt als plandocument voor de terreininvulling, met oog voor de duurzame ontwikkeling van het bedrijventerrein. Het plan beoogt de ruimtelijke integratie van gezamenlijke utilities, faciliteiten en infrastructuur ter bevordering van de samenwerking tussen de betrokken bedrijven en ter ondersteuning van de langeretermijnuitbouw van het park. Het inrichtingsplan zal streven naar een zo efficiënt mogelijke invulling van de aanwezige ruimte, onder meer door ruimtebesparende technieken te hanteren en deze te laten interageren met elementaire groenbeginselen. Het plan heeft de ambitieuze doelstelling om een duurzame kern te vormen in het groter geheel van de Oostendse industriezone.

Fase C: Groenstructuur

De duurzame uitbouw van het wetenschapspark Greenbridge, zoals juridisch verankerd in het samenwerkingsverband tussen de betrokken bedrijven (fase A) en planmatig vastgelegd via het parkinrichtingsplan (fase B), wordt tenslotte geconcretiseerd door de aanleg van een groenmatrix (fase C). Deze stapsgewijze projectopbouw materialiseert een krachtige lange-termijnvisie die op haar beurt borg staat voor het duurzaam beleid van het wetenschapspark. De parkstructuur moet een evenwicht bieden tussen groenkernen en bouwvolumes, met aandacht voor de vier principes die ook bij eerdere stadsontwerpen in opdracht van de UGent werden nagestreefd : eenheid, duurzaamheid, snelheid en massa.

Het inrichtingsplan, opgemaakt in fase B, biedt een concreet ruimtelijk kader voor het wetenschapspark en vormt aldus het funderingsplan voor de groenmatrix. Door een zorgvuldige keuze en ordening van de beplanting wordt een harmonieuze groenstructuur beoogd die het parkkarakter versterkt en de perceptie van buurtbewoners en -bedrijven begunstigt. De keuze voor de aanleg van groen als initiële uitwerking van het ruimtelijk plan is gegrond op de aantrekkingskracht die uitgaat van een visueel sterk en zorgvuldig groenuitgebouwd industrieterrein.

Postfase: Projectfinalisatie

Het maken van een digitale parkfoto van de 20 ha wetenschapspark, als frisse groene long in expansie in een nagenoeg onontgonnen industriepark, finaliseert de projectdoelstellingen én mag een economische meerwaarde creëren voor de lokale bedrijfsvestiging en globale terreinontplooiing. De parkfoto wordt verwerkt in een promotiedocument voor het wetenschapspark Plassendale dat een impuls mag geven aan de aantrekking van nieuwe bedrijvigheid op het duurzaam bedrijventerrein. Als proef- en demonstratieproject wordt de projectvoortgang ook uitgedragen onder vorm van webinfo, publicaties en seminaries en aldus ten dienste gesteld van het beleid rond duurzaam beheer en duurzame inrichting van bedrijventerreinen.

MRB